De Abdij van Maredsous
Oorsprong en stichting
De Abdij van Maredsous werd in 1872 door benedictijnenmonniken gesticht in de vallei van de Molignée. Ze is een typisch voorbeeld van de neogotiek en past harmonieus in de beboste en glooiende omgeving van de streek
De gebouwen van de abdij van Maredsous ademen spiritualiteit, in een sfeer van rust en toewijding die niemand onverschillig kan laten. De kerk die boven het klooster uittorent, het klooster zelf en de bibliotheek, de bijgebouwen, waaronder de oude kunstnijverheidschool, het Onthaalcentrum Saint-Joseph, vormen een harmonieus geheel dat de bezoeker uitnodigt tot wandelingen en bezinning.
Het leven van de monniken van de Abdij van Maredsous
Net als de Cisterciënzers of de Trappisten leven ook de monniken van de Abdij van Maredsous de regel van de heilige Benedictus na. Deze gedragslijn deelt het leven van de monnik op tussen gebed, werk en gastvrijheid.
De monniken van Maredsous zijn sterk verankerd in de hedendaagse maatschappij en bouwden een economie uit die evengoed aansluit op de vereisten van het heilige als op de behoeften van de gemeenschap. Zo kwijt elke monnik zich van een welbepaalde taak: sommige geven les, andere werken in de bibliotheek, op verschillende gebieden van het wetenschappelijk onderzoek, in het informatica- en bijbelcentrum ‘Centre Informatique et Bible’, of leggen zich toe op de administratie en de werking van de abdij. De monniken werken ook mee aan de kunstateliers of in de kaasmakerij en onthalen bezoekers.
De Abdij van Maredsous is de bewaarster van de benedictijnse traditie, maar is vooral een cultuurhaard: vanaf 1882 huisvest ze een centrum voor kunstnijverheid en uitgeverij, dat aan de basis ligt van het eerste Latijns-Franse missaal, en van een vertaling van de Bijbel in het Frans, in 1950. In die zelfde optiek geven de monniken vanaf 1981 tevens de Bijbel op diskette uit en nu ook software voor het lezen en bestuderen van de bijbel.
→ web informatie - Basiliek